Podcast Fietsstraat: wat is het en welke regels gelden er?

Na de auto is de fiets het meest gebruikte vervoermiddel in Nederland. 28% van de verplaatsingen wordt per fiets gedaan. Niet zo raar dus dat het fenomeen fietsstraat in ons land is ontstaan.

Het is een oplossing die de doorstroming en verkeersveiligheid van fietsverkeer ten goede komt, maar er zijn ook nog een hoop onduidelijkheden. In deze blog delen Mark Mallens, Bjorn Blink en Daan Luiten hun kijk op fietsstraten.

Ze vertellen waar het uitkomst biedt, maar ook wat er beter kan.

Wat is een fietsstraat?
Een veilige, comfortabele fietsverbinding van A naar B, waarmee je fietsen wilt stimuleren en autogebruik ontmoedigen. Een fietsstraat is geen fietspad, auto’s mogen er ook rijden. Alleen zijn ze te gast.

Het CROW geeft drie hoofdrichtlijnen voor fietsstraten:
* De fietsstraat moet onderdeel zijn van een hoofdfietsroute;
* De fietsstraat is herkenbaar door rood asfalt;
* De bebording maakt duidelijk dat het om een fietsstraat gaat.

Veiligheid en beleid

“Een fietsstraat is in principe een gewone 30 km/u weg,” legt Daan uit. “Er wordt hier alleen ander gedrag verwacht van een automobilist. Die dient meer rekening te houden met de fietser, maar er gelden geen speciale verkeersregels op een fietsstraat. Fietsers zijn op een fietsstraat normaliter dominant aanwezig.”

Doordat Daan niet als verkeerskundige bij een gemeente werkt maar bij het ingenieursbureau (van gemeente Den Haag) is hij vooral ontwerptechnisch betrokken bij fietsstraten. Hij kijkt dan uit met name vanuit verkeersveiligheid en doorstroming naar fietsstraten niet vanuit beleid.

Volgens Daan is een fietsstraat een comfortabele en veilige weg om te fietsen. De inrichting van de weg wijst automobilisten erop dat ze te gast zijn en rekening moeten houden met de fietser. Zo geldt: blijf netjes achter de fiets, tot je veilig kunt inhalen.

Inrichting

Mark werkt op dit moment voor de gemeente Westland. Daar gaat hij aan de slag met fietsbeleid en de hoofd fietsstructuur in de gemeente. Ook hij wijst erop dat alles draait om de inrichting van de straat: “Als je niet duidelijk ziet dat het een fietsstraat is, dan kun je niet van de automobilist verwachten dat die bepaald gedrag gaat vertonen.”

“Ik kom nog regelmatig straten tegen waar maar een deel van de drie CROW-richtlijnen is toegepast. Dan kun je eigenlijk niet echt spreken van een fietsstraat. Het blijft onduidelijk. Voor fietsers, maar ook voor andere weggebruikers en voor bewoners.”

Geen juridische status

Bjorn werkt voor de gemeente Zwolle, onlangs uitgeroepen tot Wereld fietsstad. Hiervoor hield hij zich bij de gemeente Hardenberg en Ommen bezig met hoofdfietsroutes en het inrichten van een schoolomgeving. “Fietsstraten zijn een relatief nieuw concept binnen de verkeerswereld, daardoor zijn er nog zoveel verschillende vormen te zien. Dat maakt het uitdagend voor gemeenten om er goed mee om te gaan.”

Een ander aspect dat uitdagend kan zijn is dat een fietsstraat geen juridische status heeft. Dat betekent dat het in principe een gewone 30 kilometer weg is binnen de bebouwde kom. Waar auto’s dus ook mogen rijden. Verschil is dat op een gewone 30 kilometer weg de voorrang over het algemeen niet is geregeld, terwijl op een fietsstraat de fietser meestal voorrang heeft. Meestal, want dat kan verschillen per gemeente.

Luister je liever? Dat kan. We hebben ook een podcast over dit onderwerp gemaakt ⬇️

Abonneer je op onze podcast via Anchor | Google Podcasts | Spotify

Hoe ziet een fietsstraat eruit?

Dat er zoveel variatie is in fietsstraten komt omdat de verkeerssituaties nogal uiteenlopen. Daan noemt een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk. “Rood asfalt is een van de richtlijnen voor een fietsstraat, maar hoe doe je dat in een historische binnenstad? Daar kun je niet zomaar asfalt aanleggen, in welke kleur dan ook.”

Bjorn: “Zowel de beschikbare ruimte als de intensiteiten hebben invloed op de keuze voor je type fietsstraat. Dus hoeveel auto’s, fietsers, voetgangers bewegen er door die ene straat?”

Rabatstroken zijn vaak een belangrijk onderdeel van de fietsstraat inrichting. Rabatstroken kunnen in het midden van de rijbaan en aan de zijkanten van de rijbaan worden toegepast. Ze helpen het gewenste gedrag af te dwingen. Zo fietsen fietsers niet graag op de rabatstrook waardoor ze beter op hun weggedeelte blijven. De stroken maken ook dat auto’s minder geneigd zijn fietsers in te halen, wat de verkeersveiligheid ten goede komt.

In het verleden werd de rabatstrook in het midden van de fietsstraat nog regelmatig verhoogd, waardoor het voor autoverkeer nog onaantrekkelijker was om in te halen.
Maar dat wordt tegenwoordig steeds minder gedaan, de verhoogde strook in het midden van de weg zorgt ook vaak voor overlast en soms verkeersonveiligheid.

Multi-interpretabel

Het nadeel aan de CROW-richtlijnen is volgens Daan dat ze multi-interpretabel zijn. “Er zijn in Nederland misschien wel honderd verschillende inrichtingen van fietsstraten. Binnen een stad zie je variaties en zelfs een traject in één stad kan diverse inrichtingen hebben. Dat maakt het voor een weggebruiker niet altijd duidelijk wat nou de bedoeling is. En dat komt de veiligheid niet ten goede.”

Als voorbeeld noemt Daan het rode asfalt. “Daardoor voelt een fietser zich thuis op die weg, waant zich veilig en houdt wellicht minder rekening met ander verkeer. Terwijl er dus wel ander verkeer kan zijn, het is geen fietspad. De weginrichting moet dat duidelijk maken, alleen rood asfalt is niet voldoende. Als je enkel rood asfalt aanlegt op een zes meter brede rijbaan, creëer je een racebaan in plaats van een fietsstraat.”

Fietsstraat als compromis

Bestaande situaties veiliger maken, dat is waar er een fietsstraat voor dient. Bijvoorbeeld op routes waar veel scholieren fietsen. Of als er geen ruimte is voor een vrijliggend fietspad, binnen steden met veel fietsverkeer en weinig ruimte voor aparte fietsvoorzieningen. Want het scheiden van de verschillende vervoersmodaliteiten is natuurlijk nog steeds de meest veilige oplossing. Kan dat niet door ruimtegebrek, dan is een fietsstraat een goed compromis.

Want er is toch best wat ruimte nodig voor veilige fietspaden. Daan: “Voor een fietspad in twee richtingen heb je al gauw 3,5 tot 4 meter breedte nodig. Voor een rijbaan in twee richtingen minimaal 5. Dan zit je al op 10 tot 11 meter. Terwijl een fietsstraat maar 5 tot 6 meter breed hoeft te zijn.”

Middel en doel

Wat de heren ook wel tegenkomen is een fietsstraat die niet om de goede reden is neergelegd. “Ik merk dat fietsstraten populair zijn in de politiek,” zegt Daan. “De fietsstraat wordt dan een doel op zich. Terwijl het een middel is om het uiteindelijke doel te behalen: een veilige fietsverbinding maken.”

Politieke ambities kunnen er soms toe leiden dat op onlogische plekken een fietsstraat wordt aangelegd. “Het is lastig met een fietsstraat iets af te dwingen wat in de praktijk helemaal niet haalbaar is,” legt Mark uit. “Als er fors meer auto’s rijden dan fietsers moet je je afvragen of het de juiste plek is voor een fietsstraat. Ik zie het meer als een formalisering van een bestaande situatie. Als er op een route al veel fietsverkeer is, is een fietsstraat een logische stap.”