Blog Parkeren is een vak

Drukke binnensteden en steeds minder plek om te parkeren, hoe gaan steden met deze ‘parkeerpaniek’ om? En wat kunnen we in de toekomst verwachten? Mark Mallens geeft antwoord op deze vraag. Hij hield zich bezig met parkeerbeleid bij de gemeente Nijkerk, en doet dat nu in Gorinchem.

Of Mark zelf wel eens last heeft van parkeerpaniek? “Ja, gisteren nog. Als ik naar een grote stad ga, dan weet ik van tevoren dat ik daar niet met de auto heen moet. Dan probeer ik met het OV te reizen of ik parkeer mijn auto aan de rand van de stad. In Gorinchem zet ik hem meestal op een gratis parkeerterrein in de buurt van het gemeentehuis, maar die was dit keer vol. Toen ben ik naar de binnenstad gereden en heb ik in een parkeergarage geparkeerd.”

Parkeerbeleid in de stad

“In Gorinchem zijn we in de beginfase van het opstellen van nieuw parkeerbeleid. Dat komt voort uit een aantal parkeerpanels die zijn gehouden met bewoners en ondernemers uit de binnenstad. Vorig jaar zijn er al enkele aanpassingen geweest in de binnenstad naar aanleiding van parkeerpanels uit 2018. Nu herhalen we dat met een nieuw parkeerpanel waarin meer specifiek wordt gekeken naar de ruimtelijke kwaliteit in de stad (‘blik van de straat’). Dat vormt de basis om te komen tot een parkeerbeleid voor de hele stad. De binnenstad is natuurlijk een ander soort gebied dan de rest van de stad. Hier is parkeren gefiscaliseerd en heb je te maken met vergunningen.”

“Vanaf eind februari zijn we drie avonden lang in gesprek met inwoners en ondernemers over het parkeren in de binnenstad. Iedereen heeft wel een mening over parkeren en we zoeken echt mensen met een achterban. Het is fijn als mensen een grotere groep vertegenwoordigen.”

“Zoals ondernemers uit een ondernemersvereniging. We hebben een oproep gedaan in de krant om deelnemers werven, maar ook oud deelnemers hebben we gevraagd of ze nogmaals willen meedoen. We luisteren graag naar de samenleving. Dat is ook wat de politiek verlangt.”

Parkeer trends

Op de korte termijn is er zeker toekomst voor parkeren, maar hoe zit dat over tien tot dertig jaar? Mark vertelt over de trends in de mobiliteitswereld.

  • Hoog autogebruik en -bezit

    In Nederland is het bezit en gebruik van auto’s nog steeds hoog. Volgens onderzoek staat een auto gemiddeld 23 uur per dag stil. Dat kost een hoop ruimte. Afgelopen jaar was er een toename van 10.000 deelauto’s. Dit laat zien dat er een trend gaande is waarin we langzaam verschuiven van bezit naar gebruik. Al is het daadwerkelijke aandeel in de verplaatsingen nog niet groot, voor de toekomst is het een belangrijke factor om het autobezit omlaag te krijgen.

    Vooral in grote steden groeit het gebruik van deelauto’s. “In gemeenten als Gorinchem en Nijkerk is het autogebruik en -bezit hoog. Ik verwacht niet dat dit snel zal afnemen. Dit komt mede doordat er minder alternatieven zijn zoals een goed openbaarvervoersysteem. Thuis in Rijen hebben wij ook bewust gekozen voor een huis met een garage. We weten dat de parkeerdruk bij ons in de buurt altijd hoog is. Veel mensen hebben twee auto’s.”

  • Minder parkeerplekken

    “Nog een trend is dat de parkeernormen omlaag gaan. Dit heeft invloed op de hoeveelheid parkeerruimte die nodig is per functie. Ook dit speelt met name in de grote steden. Een goed voorbeeld hiervan is toetsorganisatie Cito. Zij zaten eerst in Arnhem op een locatie buiten het centrum en zijn een aantal jaren geleden verhuisd naar een locatie boven het station met veel minder parkeerplaatsen. Vanuit het bedrijf was dit een hele bewuste keuze om de werknemers met het OV of de fiets te laten komen.”

Parkeer alternatieven

Ondanks het hoge autogebruik en -bezit, komen er steeds minder parkeerplekken in binnensteden. En de parkeerplekken die blijven, zijn steeds moeilijker te betalen. Om de stad bereikbaar te houden, komen gemeenten met innovatieve parkeeroplossingen.

  • Van parkeren op de straat naar de garage

    “Het straatparkeren wordt opgeheven en de auto’s worden vervolgens ondergebracht in parkeergarages. Dit gebeurt ook Nijkerk en Gorinchem. Er is nu nog zodanig veel ruimte in de parkeerbezetting dat een deel van de parkeerplekken in dat gebied kan verdwijnen. Daar komt kwaliteit voor terug in de vorm van groen, een mooi plein of ruimte voor horeca.”

  • Parkeren in een buitengebied

    “Over het algemeen is een goede oplossing voor de parkeerdruk in de stad, de parkeerplekken verplaatsen naar de randen van de stad of een woonwijk. Het gebied waar mensen wonen wordt dan een autoluw verblijfsgebied. Helaas is dit niet in elk gebied toepasbaar. Vooral in bestaande structuren is dit lastig, maar voor nieuwe ontwikkelingen biedt het kansen. Bijvoorbeeld een vernieuwing van een woonwijk of een inbreidingslocatie zoals een oud industrieterrein. In dit soort projecten zie je dat parkeren steeds meer gaat verdwijnen naar de rand van een wijk. Zo ontstaat een beter leefbare wijk met meer ruimte voor voetgangers en fietsers.”

  • Autovrije buitenwijk

    In sommige nieuwe wijken is minder plek voor auto’s. “Een goed voorbeeld is de Merwede-Kanaalzone in Utrecht. In dit opnieuw te ontwikkelen gebied worden duizenden nieuwe woningen gebouwd. De ontwikkelaars gaan de wijk zo vormgeven dat alles wat je nodig hebt allemaal in de buurt zit en je feitelijk geen auto meer nodig hebt. Denk aan zorg, winkels en werk. Zo’n project als dit werkt in Utrecht, omdat je daar een stevig openbaar vervoersnetwerk omheen hebt. Dit heeft natuurlijk wel gevolgen voor de mensen die er gaan wonen. Die moeten er rekening mee houden dat ze geen plek hebben voor een auto. Ik kijk met interesse uit naar hoe dit project gaat lopen.”

  • Innovatieve vervoersmiddelen

    “Ik zie zeker een ontwikkeling in de (high speed) e-bikes. Op korte termijn leidt dit niet tot minder autobezit, maar op langere termijn zorgt dit wel voor gedragsverandering. Ten eerste vanwege het gemak waarmee nu grotere verplaatsingen gedaan kunnen worden. Daarnaast zal de mogelijkheid om een e-bike te kunnen leasen een mooie stimulans zijn voor nieuwe gebruikers om hun tweede auto weg te doen.”

  • Shop & go-plaatsen

    “In Nijkerk gaan er parkeerplaatsen verdwijnen, waardoor er minder plek komt voor bezoekers. Als tussenoplossing legt de gemeente shop & go-plaatsen aan. Voor bijvoorbeeld een kleine boodschap bij de bakker of slager. Hier kun je zo’n vijftien tot dertig minuten gratis parkeren. Op deze manier worden een aantal parkeerplekken in de stad in stand houden gehouden voor kort parkerende bezoekers. Mensen die wat langer willen parkeren, moeten naar een garage of nemen de fiets of het openbaar vervoer.”

Autobezit in de toekomst

Mark gelooft niet dat de auto ooit helemaal verdwijnt. “Minder autogebruik en -bezit is wel iets waar je naar moet streven. Steeds vaker worden auto’s pas op een latere leeftijd aangeschaft. Het autobezit vlakt wel af, maar neemt bijvoorbeeld weer toe in de groep 65-plussers door de toegenomen welvaart.”

“Ik denk dat autobezit altijd zal blijven bestaan, maar dit zal wel afnemen in de toekomst. En om het autobezit naar beneden te krijgen moet je ook vaker toe naar oplossingen zoals het onbereikbaar maken van bepaalde plekken voor auto’s. Met als randvoorwaarde dat er genoeg goede alternatieven aanwezig moeten zijn. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van een OV-knooppunt. Zeker op korte termijn werkt dit goed voor de grote steden, maar veel minder voor landelijk gebied. De grote steden zijn daarin wel een motivator voor de rest van Nederland.”

“In landelijk gebied zie ik het autobezit niet zo snel veranderen, mede omdat daar alternatieven zoals kwalitatief goed OV vaak ontbreken. Nog te vaak worden bestaande OV-lijnen gestrekt (het maken van een meer directe verbinding waarbij minder door naastgelegen wijken worden gereden) of opgeheven. De reden is vaak dat er te weinig instappers zijn en het daardoor commercieel niet aantrekkelijk is. De overheid zal hierin een stimulerende rol moeten spelen of zelfs extra financiële prikkels uitdelen om het systeem beschikbaar te houden voor iedereen. Doen ze dit niet, dan zal het autogebruik in de buitengebieden maar mondjesmaat omlaag gaan en hoog blijven.”